Naar een motiverende methode

Analyse ontwerpmethodebesluiten elektriciteit- en gassysteembeheerders 2027-2031

De ontwerpmethodebesluiten voor de tariefregulering van systeembeheerders in 2027–2031 door ACM, betekenen een grote koerswijziging. De nieuwe methode vervangt ex ante efficiëntieprikkels door ex post toezicht en baseert tarieven op schattingen van systeembeheerders in plaats van historische kosten. SiRM stelt verbeteringen voor om investeringssturing en efficiëntie te versterken, onder meer via prestatieprikkels, transparantie en benchmarking. Ook bepleit SiRM een reële in plaats van nominale WACC om een evenwichtiger lastenverdeling te bereiken.

In september 2025 publiceerde de ACM de ontwerpmethodebesluiten voor de systeem-beheerders van elektriciteit en aardgas met de methode voor de tariefregulering voor 2027-2031. De nieuwe methode vormt een grote koerswijziging ten opzichte van tariefregulering van de afgelopen twintig jaar. VEMW en Energie-Nederland vroegen SiRM om de ontwerpmethode-besluiten te analyseren en mogelijke aanscherpingen te geven om de effectiviteit te vergroten. 

Volgens de ACM is een nieuwe methode om twee redenen nodig. Ten eerste omdat de huidige methode proactieve investeringen zou ontmoedigen. Daarom vervangt de ACM de huidige ex ante efficiëntieprikkels met ex post efficiëntiechecks. Ten tweede omdat historische kosten geen goede basis meer zouden vormen voor de tarieven, aangezien de energietransitie die kosten sterk verandert. Daarom wil ACM de tarieven baseren op eigen schattingen van de systeembeheerders. De ACM onderscheidt in zijn probleemanalyse niet tussen elektriciteit en aardgas, ondanks aanzienlijke verschillen zoals een grote investeringsopgave versus een afname van de benutting.

Waar de huidige methode vrij sterke prikkels bevat voor kostenefficiëntie, bevat de nieuwe methode daar nauwelijks meer prikkels voor. Ex post toezicht geeft zwakkere efficiëntieprikkels, gelet op de informatie-asymmetrie tussen toezichthouder en gereguleerde onderneming. Bovendien bevat de nieuwe methode geen ex ante sturing op publieke doelen en behoeften van de markt, zoals snellere verzwaring en uitbreiding van de netten. 

Binnen de nieuwe filosofie van de ACM, waarbij schattingen van systeembeheerders centraal staan en investeren niet wordt ontmoedigd, is het wél mogelijk om systeembeheerders meer richting te geven en te prikkelen tot goede prestaties. Wij zien vier richtingen voor aanscherping: 

  1. Versterking van de investeringsplancyclus als basis van continue dialoog tussen systeembeheerder, gebruiker en toezichthouder over de prioritering van investeringen;
  2. Toevoegen van prestatiedoelstellingen voor tijdige realisatie van de netverbouwing en (financiële) mechanismen om prestaties aan te moedigen;
  3. Meer aandacht voor slim gebruik van het net, onder andere door een beoordelingskader voor de kosten van congestiemanagement en uitgaven aan innovatie;
  4. Prikkels inbouwen voor kostenbeheersing, bijvoorbeeld door bepaalde kosten (ex ante) te benchmarken, het ex post toetsingskader veel meer ex ante normatief uit te werken en daarbij bijvoorbeeld een dynamische efficiëntieverbetering als standaard te stellen. 

Daarnaast stelt meer transparantie van systeembeheerders marktpartijen in staat zelf een beeld te vormen van de prestaties, waarmee ze eventueel signalen aan de ACM kunnen geven. Ook het handelen en de organisatie van de ACM zelf dienen zo transparant mogelijk te zijn.

Gegeven de groeiende gereguleerde activawaarde (GAW), is de WACC een belangrijke factor in de tariefontwikkeling. Mogelijk kunnen enkele parameters die de waarde van de WACC bepalen, worden aangescherpt. De ACM past de nominale WACC toe voor de berekening van de kapitaallasten. Daardoor betalen huidige gebruikers meer dan toekomstige gebruikers, terwijl de volumes groeien door de energietransitie. Een reële WACC past daar beter bij.

Downloads en links

Geschreven door